Welkom op onze wereldblog

Vanaf begin september gaan wij 9 maanden lang de wereld over trekken. Wij beginnen met een vlucht van Amsterdam naar Amman. Daar vandaan naar Hong kong, Vietnam, Thailand, Maleisië, Singapore, Australië, Nieuw Zeeland, Tahiti, Paaseiland, Chili, Argentinië, Uruguay, Peru, Bolivia, Houston, Miami, New York, Washington, London. Klik hier voor het reisschema!


Wij houden hier iedereen die dat leuk vind op de hoogte van onze belevingen. Wij zullen tussentijds ook foto's plaatsen. Reacties zijn altijd leuk !

dinsdag 5 mei 2009

Nog 2 avonturen tegoed

Wij zijn er weer! Al een paar dagen thuis, maar nog niet helemaal geland. Het lijkt alsof wij hier een paar weken blijven en dan weer naar het volgende avontuur vertrekken. Wij zullen ons deze reis nog lang heugen en verlangen nu al weer naar sommige plekken terug. De verhalen over Peru en de USA komen later deze week met de bijbehorende foto's.

Wij willen iedereen vast bedanken voor de leuke reacties en tot de volgende grote reis!

donderdag 9 april 2009

Argentijnse bikkels


Na het hek in de middle of nowhere te zijn gepasseerd waren ineens van Chili in Argentina. Dezelfde pampa, maar met een stempel in ons paspoort rijker trokken wij richting El Calafate. Een enorm toeristisch dorpje waar wij sinds lange tijd weer echte toeristen tegen kwamen. In echt Patagonia kom je vooral reizigers en natuurliefhebbers tegen en dat is een heel ander slag volk dan toeristen die goed verzorgd van ene bekende plek naar de andere worden gebracht. Erg veel Nederlanders, zoals op elke toeristische trekpleister. Een van de grootste en nog steeds werkende gletsjers, Perito Moreno, ligt hier in de buurt en is dan ook de reden van ieders bezoek. Wij mengden ons enigszins gegeneerd in de menigte, om dit daarom niet veel minder indrukwekkende fenomeen, te aanschouwen. Een enorme muur van blauw ijs die 14 kilometer uit de bergen komt zetten. Elke krak in het ijs klinkt alsof de oorlog uitbreekt en de grote brokken die in het water vallen zijn mooi om te zien.
Wij vonden net buiten het hart van het dorpje een lief klein hosteltje met zeer aardige dames die het runden. Het was net de periode waarin de regio het 10 jarige jubileum van het aangelegen Lago Argentina vierde. Dit ging gepaard met een hele show. Aan het eind van de middag een ware Miss Lago verkiezing die met Zuid Amerikaans temperament werd ontvangen. Als afsluiter van de avond kregen wij, zo hoorden wij later, de grootste rockband van Argentinië te zien, La Bersuit. Iedereen ging helemaal uit zijn dak en de muziek was ook nog om aan te horen :) Aan het eind kregen we een grote lading vuurwerk van Chinese proporties. De volgende dag werden wij getrakteerd op een optocht van oude Amerikaanse auto’s. Op volgorde van leeftijd kwamen ze al toeterend en onder applaus van de menigte, trots langs geschoven.
Onze eerste ervaring in Argentinië was meteen vol verrassingen. Het verschil met Chili was, slechts een paar uur verder, erg duidelijk. De Argentijnen zijn ook zeer vriendelijk, maar je hoeft niet te verwachten dat ze stoppen voor een zerbrapad. In het toeristische dorpje waren ze ook niet erg gelukkig te noemen, maar dat werd gelukkig een stuk beter nadat we de grote toeristische plekken achter ons lieten.
De volgende stop was na een 25 uur durende busrit, met onze 3e patagonische panne in het midden van de nacht, Puerto Madryn. Dit was de uitvalbasis voor het schiereiland Valdes. Wereldberoemd vanwege het feit dat orka’s hier letterlijk het strand op komen om een zeehondje te kunnen vangen. Het zogeheten ‘beachen’ van de orka’s is uniek, zij doen dit nergens anders ter wereld. Helaas zaten wij net voor het seizoen.Dat wil zeggen dat de jongen van de zeehonden nog net te klein zijn en dat de orka’s slechts zeer zelden langskomen. Een maandje later en ze beachen elke dag. In Puerto Madryn werden wij door een Frans/Engels stel aangesproken om een auto te delen en het schiereiland te verkennen. Het bleek een gezellige 3 dagen, waarin wij bijna 800 kilometer hebben afgelegd om alle punten te bezoeken. Verdeeld over het eiland zijn pinguins, zeehonden en elefant seals te zien en heel soms dus orka’s. De grote kolonies zeehonden waren erg mooi om te zien, maar helaas hebben wij het wonder van de orka’s niet mogen aanschouwen.
De volgende lange busrit van meer dan 20 uur was naar de hoofdstad Buenos Aires. Een grote en drukke stad, maar toch op een of andere manier erg vertrouwd. Na even zoeken kwamen we een klein, maar goedkoop hostel tegen en zijn daar de rest van de tijd gebleven. Na even gerust te hebben van het vele reizen de afgelopen dagen trokken we er op uit om de stad te verkennen. Als eerst zijn we de winkelstraat Florida afgelopen met veel live muziek en tango dansen. Aan de zijkant de reguliere winkels en in het midden verkochten mensen hun kleden, schilderijen en andere handgemaakte produkten. Een gezellige mix. De volgende plek die we graag wilden zien was de Boca buurt. Het meest bekend vanwege de gelijknamige voetbalclub ‘Boca Juniors’ waar uiteraard Diego Maradonna zelf furore heeft gemaakt. Een arme maar kleurige buurt met een oud maar ademend stadion midden in de woonwijk. Een bezoekje aan het stadion kon natuurlijk niet uitblijven. Zelfs een Amerikaan ontmoet die van voetbal hield en helemaal onderste boven was van het feit dat Nederland altijd zoveel talent weet voort te brengen voor zo’n klein land. Wij konden hem niet anders dan gelijk geven.
Nu wilden we wel erg graag zo’n wedstrijd zien. We zouden alleen net voor de wedstrijd op zondag doorvliegen naar Peru. We moesten naar LAN om het ticket wat op te schuiven. Maar eerst wilden we nog naar Uruguay en dat lag maar 3 uur varen van Buenos Aires. De eerste stop was Colonia. Een erg mooi en rustig dorpje met nog veel oude koloniale gebouwen. Het was alsof we terug waren in de jaren ‘50 met veel oude auto’s en straatjes. Na een rustig nachtje namen we de lokale bus naar de hoofdstad Montevideo. Deze stad viel helaas enigszins tegen. Een grote nietszeggende stad met een paar mooie oude gebouwen en beelden. Een leuk buurtje, maar wel toeristisch. Zittend op een bankje werden wij opeens onderdeel van een fotosessie voor een tijdschrift, dus wij staan nu in een magazine in Uruguay :)
Op de weg terug kwamen we er achter dat er een snellere boot terug was naar Buenos Aires vanaf Colonia. Deze was een stuk kleiner dan het enorme slagschip waarmee we aankwamen maar desondanks konden wij de schitterende zonsondergang, met tegen de achtergrond de flatgebouwen van BA, uitstekend zien. In Montevideo hadden wij een LAN kantoor opgezocht om ons ticket 3 dagen te verplaatsen. Dat was geen probleem.
Nu we toch langer bleven konden we terug in het hostel in BA meteen een wedstrijd boeken. De jongen van het hostel was Bocafan, maar desondanks raadde hij ons aan naar de wedstrijd San Loranzo – Riverplate te gaan. Ex-Ajacied Rosales speelt tegenwoordig voor Riverplate, dus dat was al een goede optie. River en Boca zijn de grootste clubs van Argentinië, maar San Lorenzo hoort ook bovenaan bij dat rijtje. Een mooi affiche. Helaas mochten we er niet heen als lokaal, maar moesten we in een tour en dat kost natuurlijk heel wat meer. Ongeveer de prijs voor een Nederlandse wedstrijd van Ajax.
Eerst bezochten wij op zaterdag een meer lokale winkelstraat, waar eindelijk voor een goede prijs alle voetbalshirts konden worden aangeschaft. Daarna door naar de Feria Matedores in een achterwijk van BA. Het was een lange rit met de bus, dus we gingen even op een pleintje zitten om wat te drinken en te rusten en voor we het wisten stonden we opeens in een rij. Er was een openbaar concert bleek later, maar wij wisten van niks. Toch aangetrokken door de enorme rij schoven wij achter iedereen aan naar binnen. Totaal in het duister over wat we te zien zouden krijgen, maar iedereen was helemaal zenuwachtig. Toen kwam onder een echt Argentijns oorverdovend gejuich de hoofd persoon het podium op. Het bleek een oudere man die prachtig kon zingen. We konden er niks van verstaan, maar door de zuivere klanken en het emotionele publiek lieten wij ons helemaal meeslepen. Het was achteraf een van de mooiste live concerten die we ooit hebben mogen meemaken. Na al die emotie konden we even uitblazen op de markt van de Feria de Matedores, waar de menigte op de live muziek liet meeslepen en vurig verschillende tango en andere dansen tentoonspreiden. Na het typisch Argentijnse gerecht Milanesa, liepen we nog de marktjes over om vervolgens voldaan de bus terug naar het hostal te nemen.
De voetbaldag was aangebroken. We werden opgehaald met alle andere toeristen en aangekomen in de enorm arme buurt van San Lorenzo, tot onze grote verbazing, tussen het publiek van San Lorenzo gezet. Na alle waarschuwingen vooraf van iedereen was dat een verassing maar dat maakte het alleen maar leuker. Zelfs toen het stadion net volliep was het gezang al oorverdovend. Het was meteen duidelijk dat er een flinke rivaliteit heerste tussen de twee clubs. Voordat de eerste minuut voorbij was was er al gescoord en werd, tot iedereen zijn verbazing, de historisch hoger geplaatste partij Riverplate helemaal ingemaakt. De goals vlogen ons om de oren. Aan het eind waren alle San Lorenzo supporters met stomheid geslagen en waren het nota bene de River supporters die het hardst zongen. Met 5-1 achter en dan met zo’n overweldigend gezang achter je club staan is een mooi fenomeen, om kippevel van te krijgen. Na afloop in de zeikende regen voor heel goedkoop een shirtje van San Lorenzo gekocht bij het stadion van de jongen die met een smerige overtreding op het eind rood kreeg. Het voetbal was ontzettend hard en rommelig, dus heel leuk om naar te kijken, heel anders dan de europese wedstrijden waar iedereen vanuit het systeem en opdrachten speelt.
De laatste dag hebben we besteed in de romantische wijk San Telmo waar de tango zo’n beetje geboren is. Op een plein in het zonnetje genietend van onze zoveelste milanesa, kregen wij verschillende tangoshows te zien en dat maakte het Argentijns avontuur compleet. Na een ruime week BA hadden we nog veel langer willen blijven en keken we nu al melancholisch uit naar de volgende ontmoeting.

dinsdag 24 maart 2009

Chili en zijn Paaseiland


De goed verzorgde vlucht vanaf Tahiti was zo voorbij vooral dankzij de onmogelijk veel opties aan tv series en films op je gepersonaliseerde schermpje. De tweede keer dat we de Transformers net niet af konden kijken :)
Het Paaseiland, Rapa Nui genoemd door de eigenlijke bewoners, had onmiddellijk een heel gemoedelijke uitstraling. Het vliegveld was niet meer dan een klein gebouwtje waar Schiphol nog niet eens zijn bagagebanden in kwijt kan. We werden opgevangen door een aantal mensen die geduldig hun verblijfplaatsen tentoonstellen. Na een kleine rondvraag konden voor niet al te veel geld met een aardige dame mee die ons transfereerde naar haar hospedaje. Vanuit het gezellige maar krakkemikkige aanbouwtje van haar huis konden wij het eiland goed verkennen. In het stadje ging het leven in een behaaglijk langzaam tempo aan ons voorbij. Met leuke winkeltjes en een klein strandje konden wij ons rustig oriënteren op alle mysterie die dit eiland rijk is.
Het hoort officieel bij Chili, maar het verschil met Tahiti is schrijnend. De orginele bewoners behoren tot hetzelfde verstrooide volk als dat van Tahiti, maar hier was iedereen ontzettend aardig en vrolijk. De invloed van een koloniserend land is evident.
Gewapend met een glimmende brommer trokken wij erop uit. Alle 5 sterren tours konden zich in ons stof verbijten. Relaxed en vrij begonnen wij aan een rondje Rapa Nui. Er zijn ongeveer 1000 beelden verdeeld over het hele eiland. Men weet nog steeds niet precies wie deze beelden heeft gemaakt en vooral waarom. Niet vermoeid met verschillende theorieën van gidsen lieten wij onze eigen fantasie de vrije loop om dit schitterende fenomeen te plaatsen. Enorme beelden sierden de kustlijn in het even al prachtige vulkanische landschap. Kijkend over de grote kliffen kan je helemaal rond uitkijken over minimaal 5000 kilometer aan onbewoond blauw.
Na deze mooie tussenstop was het tijd voor het echte Zuid Amerika. Omdat wij ons zonder vooroordeel willen onderdompelen in een nieuwe cultuur, lezen wij ons niet in. Voor de zekerheid, niet wetend wat te verwachten, boekte wij in Rapa Nui al een hotel in Santiago. Een luxe hotel, maar weer voor een goede prijs. Getransfereerd vanaf het vliegtuig vielen we van de ene verbazing in de andere. De ene buurt was nog schoner dan de andere. Niet het eerste beeld wat bij Zuid Amerika bij je opkomt. Ook de rest van Santiago was schoon en gezellig. Het was wel smoggy, maar goed onderhouden. Wij zijn dan ook snel naar een hotel in het centrum gaan zoeken. In een mooie oude buurt vonden wij een koloniaal gebouw met een mooi hotel al was het jammer genoeg wel erg gehorig. Santiago is een zeer prettige en vriendelijke stad, maar er was niet veel te beleven. Voor een paar euro konden we boven op de berg een leuke dierentuin bezoeken en uitkijken over de stad.
Getrokken door charme van Patagonië namen wij de bus naar het zuiden. De eerste stop was Villarica, een klein gezellig stadje aan een meer met een grote vulkaan op de achtergrond. In de buurt lag het meer toeristische Pucon. Na een dagtripje die kant op bleek dat wij ons prettiger voelden in het meer bescheiden Villarica. Op de laatste avond konden we zelfs nog een lokale show zien met dansen en zingen. Erg gezellig.
De volgende dag zaten we in de bus naar het officiële begin van Patagonië, Puerto Montt. Een rommelige havenstad, waar wij ergens achteraf een zeer simpel onderkomen vonden. Het was al flink wat kouder nu en hoe verder we naar het zuiden trokken hoe kouder het werd. Vooral de harde wind is fris. We wilden eigenlijk alles met de bus doen, maar het zijn flinke afstanden en we moesten via Argentinië omdat de Chileense kant geen wegen heeft tussen Puerto Montt en het zuiden van Patagonië. Een klein vluchtje naar Punta Arenas was de beste optie, want we wilden met de bus in Argentinië weer naar het noorden trekken, richting Buenos Aires.
In Punta Arenas bleek op zaterdag geen kamer meer vrij. Na lang zoeken konden we toch een nacht ergens terecht. De volgende dag een leuk hostel gevonden in een oud houten vrijstaand huis uit de tijd van de cowboys. Punta Arenas word wel de hoofdstad genoemd van Patagonia, maar vooral als uitvalbasis om walvissen en pinguinos te ontmoeten. Een walvistocht kost ongeveer 900 dollar en was dus iets te hoog gegrepen. Zo moesten wij ook Antarctica laten schieten, want voor niet minder dan 2500 dollar kon je een twee dagen verblijven op de onderkant van de wereld.
Gelukkig konden we in de Strait van Magdallena naar het gelijknamige Magdallena eiland waar wij 150.000 pinguïns onverstoord hun dagelijkse bezigheden zagen ondernemen. Een eiland zwart (en wit) van de pinguïns. De tocht per boot gaf ons een mooi beeld van Tierra del Fuego en het water leven. Zo zagen we een zeehond op jacht naar pinguïns die ook in grote getale op hun beurt weer zochten naar eten. Ook konden we vele vogels waaronder de grootste vogel op deze aardkloot, de albatros. Een viertal dolfijnen zwommen nog even mee in de golven van de boot. Het was een mooie tocht en omdat we vrij rond mochten lopen over het eiland voelde het gelukkig niet als een tour.
Na een klein busritje kwamen we aan in Puerto Natales. Een rit over de eindeloze zogeheten pampa. Overal lama’s en familie van de struisvogel rennen hier in het wild. Vanuit Puerto Natales konden wij naar het nationale park Torres del Paine. Bekend van zijn 3 torens van bergen. Zelfs recentelijk bezocht door Lex en Max. We wilden graag een rondje maken met wat trekking erin. Gelukkig vonden we een tour die je veel los liet in het machtige gebied. Onze gids was heel relaxed en we hadden wederom niet het gevoel dat we in een tour zaten. We konden een paar uur trekken langs mooie uitzichten van grote bergen en mooie meren. Ook wat betreft de wildlife kregen we de volle lading. Een hele zwerm condors (aasgieren) met een spanwijdte van bijna 3 meter, een indrukwekkend gezicht. Naast de vele lama’s en struisvogels hadden wij ook de eer om een van de vijf overgebleven herten (familie van de hert en uniek voor Zuid Amerika) in het park van dichtbij te aanschouwen. Alleen de puma heeft zich goed verscholen gehouden. De afsluiter was Lago Grey. Een groot meer met aan de andere kant een gletsjer en alle stukken die daar afbreken drijven langzaam richting een kiezelstrand, waar wij na een tijdje lopen overheen konden lopen. Heel mooi om in het grauwe water vele blauwe brokken ijs te zien drijven ter grote van een huis. Voldaan keerde wij terug richting Puerto Natales vanwaar wij de volgende dag richting Argentinië ons volgende avontuur tegemoet gingen.

maandag 2 maart 2009

Even luxen op Tahiti


Omdat we ons zo thuis voelden in Nieuw Zeeland leek het net alsof we aan een tweede reis begonnen. Weer afscheid nemen en het onbekende intrekken. Het onbekende was in dit geval wel een luxe variant. Niet echt bekend met overdreven luxe was het voor ons toch een groot avontuur. De hostels kosten al een godsvermogen, dus een mooi hotel was zeker meer waar voor je geld. Op internet vinden wij vaak aanbiedingen en ook deze keer was het niet anders. Een aanbieding waarbij een kamer met zeezicht en eigen jacuzzi de goedkoopste variant was. Dat was snel geboekt.
De vlucht was zeer riant en we hadden goed in beeld wanneer we de kunstmatige tijdbarierre doorbraken. We werden in dezelfde tel, 24 uur terug gezet.
Aangekomen merkte wij meteen de franse stemming op. De licht misplaatste arrogantie waar wij allen mee bekend zijn, na eindeloze vakanties in Frankrijk. Waar andere koloniserende landen de afgelopen decennia enigszins trachten hun veroverde gebieden de afgebroken eigenwaarde in ere te laten herstellen hebben de Fransen daar geen enkele boodschap aan. Het is net zo Frans als dat je bij België de grens over komt, maar dan 15.000 km verderop. Als Europeaan hoef je dan ook geen stempel te verwachten, maar kan je wel lekker snel doorlopen. Het meest frappant is nog dat de eigenlijke bewoners, eilanders genoemd in vele talen, de irritante trekjes van de Fransen vlekkeloos hebben weten over te nemen. Door de hele gelederen van het eilandbewonende volk kunnen wij met recht zeggen (zeker na andere gebieden met dezelfde verstrooide afstammelingen te hebben bezocht) dat het overgrote deel niet meedingt naar de troostprijs van meest sympathieke interactie met medestervelingen.
Toch werd ons onoverwinnelijke enthousiasme verder kracht bijgezet toen wij in ons zeer decadente hotel werden ontvangen. Een balzaal als kamer met alle luxe van dien en op het grote balkon een grote tweepersoons jacuzzi voor ons alleen. Als we de luiken open deden zelfs met uitzicht op zee. Je moest wel over het zwembad kijken, maar na lang overleg bleken ze die niet te kunnen verplaatsen. Wij zijn ook de beroerdste niet, dus wij begaven ons gewapend met onze glimlach naar het pikzwarte zandstrand waar de zon zijn best deed zo theatraal mogelijk de zee in te zakken.
Na in Nieuw Zeeland al op maandag de 19e te zijn opgestaan kregen wij de eerst volgende dag een filmisch dejavu-gevoel toen het wederom maandag de 19e was. Een gevoel dat we een kans kregen dezelfde dag deze keer anders aan te pakken. Wij besloten om hier in de jacucci die avond ervoor eens flink over te filosoferen :)
De hoofdstad Papeete, uitgesproken als pa-pe-ie-tie, is ongeveer net zo charmant als een verlaten haven aan de somalische kust. Er werd ons al aan het begin van de reis verteld dat dit slechts dient als doorvoerhaven van toeristen naar de echte parels van de oceaan. Wij hadden een hut gereserveerd op een klein zand strookje enkele honderden kilometers verder op in de oceaan. Op de kaart ongeveer de afstand van Parijs naar Denemarken. Met een propeller vliegtuigje werden wij keurig op het strookje zand afgezet. Er zat tot onze verrassing een transfer bij en gelukkig maar, want anders hadden we zelf de hoek om moeten lopen. Aangekomen in ons resort kwam elke postcard opeens tot leven. Het ziet er dus echt zo uit als op alle ansichtkaarten. Prachtige lagoon aan de ene kant en een woeste oceaan aan de andere kant. Onze hut was zeer groot en van alle gemakken voorzien, maar bescheiden in het midden en dus zonder zeezicht. Het water was ontzettend helder en de vissen waren er in grote getale. Veel vissen kenden wij natuurlijk al van onze eerdere avonturen, maar we konden toch wat nieuwe kennissen opdoen. De stingray was wel de mooiste. Een sierlijke pannenkoek met een dodelijke staart. Het hotel had kano’s en snorkels met flippers ter beschikking en die hebben we dan ook flink gebruikt. Vanaf de kano konden we de zon nog mooier de zee in zien zakken, althans dat vinden wij :)
Rangiroa is de naam van deze zandvorming. Een flinke zandstreep in een zeepbelvormig rondje. Er zitten verschillende openingen in de ring waarmee de lagoon met de zee in verbinding staat. Deze zogeheten passes worden ook wel de snelwegen voor het zeeleven genoemd. Op onze fietsen was het een klein kwartiertje om daar te komen. En toen zagen we ze. Met drie soms vier te gelijk. Springend in de zeer sterke stroming. Tientallen dolfijnen gaven een flinke show weg met een hoge waardering voor de originaliteit. Dezelfde passe staat bekend als een mooie duikplek. Suzanne werd dus weer in kostuum gehezen met helaas allemaal Duitsers. Maar het was zeer de moeite waard, want zeeschildpadden is al mooi genoeg maar dolfijnen zien is natuurlijk wel erg speciaal. Het geluid dat zij onder water maken is erg goed te horen en toen ze langskwamen bleven ze even hangen om zelfs een dansje met iedereen te maken. Onvergetelijk!
Het was erg prijzig avontuur, maar zeer mooi.

zondag 15 februari 2009

Even thuis in Nieuw Zeeland


Wij keken al vanaf het begin van de reis uit naar onze stop in NZ en na 12 jaar van afwezigheid was het eindelijk zover om Vincent zijn familie aan de andere kant van de wereld (weer) eens op te zoeken. Vanaf Australië was het een kort vluchtje naar Auckland. Aangekomen en bekend met de strenge controles bij de douane waren wij voorbereid op een groffe controle. Onze schoenen hadden heel wat regenwoud gezien en voor een eiland is elke bacterie funest. In al onze eerlijkheid, aangewakkerd door de vele borden met ondubbelzinnige celstraffen, gaven wij ook onze piepkleine seashell uit Thailand aan. De douanebeambte verstond echter ‘sjisha’, waarmee uiteraard ook drugs gerookt kan worden. Hierdoor moesten we naar de volgende douane en ontstond er, na ons schelp te hebben laten zien, alom verwarring. Uiteindelijk moesten we naar de volgende grens pronkend met de mooie term: biosecurity. Daar werden onze schoenen chemisch gereinigd en na geduldig wachten mochten we dan naar buiten.
Buiten stonden pappa Peter en ome Jopie op hun beurt geduldig op ons te wachten. Pappa Peter en zijn vriendin Astrid waren 2 weken eerder al aangekomen. Zijn zus, dus tante Loes, onthaalden ons warm en wij voelde ons meteen (weer) thuis. Het is heel gek om na 4 maanden weer bekende gezichten te zien en toch aan de andere kant van de wereld te zijn. Voor Suzanne was alles nieuw, maar zij voelde zich ook meteen thuis. Uit Nederland hadden wij een pakketje gekregen van papa en mama Suzanne. Die al een paar maanden onderweg was en, dat bleek later, een tijdje bij de douane in Nieuw Zeeland te hebben gelegen voor onderzoek. 2 kleine luchtdicht verpakte Unox rookworsten hebben de andere kant van de grens nooit gezien. Voor 80 euro mochten we de worsten in Nederland weer ophalen. Na flink twijfelen hebben we de typisch Nederlandse lusten toch maar als verloren verklaard. De hagelslag, pepernoten en droste letters hadden het gelukkig wel overleefd, maar waren natuurlijk snel op.
We kregen onze eigen kamer, dezelfde kamer als twaalf jaar geleden. Toenmalige kamergenoot was broertje Remie en hij miste eigenlijk nu nog.
Er was erg weinig veranderd in het huis en af en toe leek het net alsof 12 jaar geleden vorige week nog was. De eindeloze maar erg gezellige verhalen van Jopie en de liefdevolle verzorging van Loes waren onveranderd. Joop had echter een nieuwe hobby. Na 12 jaar geleden als een van de eerste een inhoudelijke website te hebben onderhouden, maakt hij nu na jaren proberen nu de beste pickups voor elektrische gitaren. Hoe hij het flikt is een mysterie, maar trots zijn we natuurlijk wel! Voor de geïnteresseerden: http://www.langcaster.com. Nu nog een investeerder vinden ;).
De ochtenden waren relaxed en iedereen deed waar hij of zij zin in had. Het was best lekker even niks te hoeven regelen of plannen. Het was een vol huis, maar wel erg gezellig. De familie werd al snel uitgebreid toen neef Erwin met Annie en de kids langskwamen. Chelsea en Jesse waren de nieuwe gezichten en na een voorzichtig begin al snel echt familie.
Het was ondertussen 31 december en wij maakten ons op om als eerste in de wereld het nieuwe jaar te mogen inluiden. Papa Peter maakte de oer-Hollands oliebollen en appelflappen, zodat ook de vele Nieuw Zeelandse gasten konden proeven hoe wij dat in Nederland doen. Om onbekende redenen werd er op televisie niet afgeteld en moest de Australische tv nota bene verslag doen van het vuurwerk in Nieuw Zeeland. Schandalig! Maar wel een erg gezellige avond :)
Erwin was na al die jaren inmiddels verhuist en alle gasten uit holland waren uitgenodigd. Hij woonde in het mooie Coromandel en dat ligt luttele honderden kilometers van Auckland. Het was een mooie tocht met prachtige uitzichten. Het huis was voor Nederlandse begrippen gigantisch en we konden dan ook met z’n allen daar slapen. Het was een divers gebied met bergen, meren, zee en strand allemaal in de buurt. Bij het huis van de ouders van Annie kon je zelfs vanauit de tuin de lagoon in. Met hun kayak zijn we dan ook helemaal naar de andere kant gevaren zodat we net voor de monding van de zee uitkwamen. Goede workout. Des avonds de barbeque aan, muziek luisteren en kletsen. De in Nederland geboren Erwin is een volhard Chelsea fan, maar heeft een enigszins verbleekt, maar nog altijd kloppend ajax hart en dat hebben we dan ook niet onopgemerkt aan ons voorbij laten gaan. Op de terugweg een scenic route genomen, die alleen de bestuurder niet echt heeft meegekregen. Ja, Vince mocht alles rijden, want hij had immers heel Australië weten te overleven aan de linkerkant. Soepel ritje uiteindelijk in onze goedkope, maar erg gedeukte huur auto. James Blont was een klein verhuur bedrijfje in de buurt en die deed niet moeilijk. Wij zijn dan ook meerdere malen terug geweest. De tweede keer omdat we met nichtje Alicia en haar vriend Jared naar hetzelfde pretpark gingen als 12 jaar geleden. Toen was Alaicia nog een dwergje van 6. Het park leek veel kleiner geworden, maar de meeste attracties waren onveranderd, op een na. Dat was een toren die hoog boven alles uitkomt. Je wordt dan naar boven getakeld en naar beneden geflikkerd. Een vrije val voor Vincent! Door het gewicht van de immense stoel ga je echter nog sneller dan een vrije val. Dat doen we dus niet weer!
Na een paar dagen relaxen kwam neef Danny ons met zijn zoon Conner ophalen om naar het mooiste en gevaarlijkste strand van Nieuw Zeeland te gaan. Het zwarte zand, de sterke onderstromen en onregelmatige sterke tijwisselingen geven dit strand zelfs een eigen rescue serie op NZ tv. We hebben over het strand gelopen en The Lion Rock met Conner beklommen met mooie uitzichten. Heel mooi, maar helaas geen reddingsactie toen wij er waren.
In de avond moest papa Peter alweer afscheid nemen van zijn zusje, want het eind van hun 4 weken zat erop. Wij wilden onze, alweer flink aangevulde souvenirs, graag aan hun meegeven, maar de koffers zaten eigenlijk al over het toegestane gewicht. Van Velzen jr en sr kregen na veel passen en meten elke koffer op 0,1 kilo precies onder de toegestane 20 kilo. Veel in de handbagage, want dat controleren ze bijna niet op gewicht. Iedereen en alles is goed aangekomen hebben wij begrepen :)
De volgende dag gingen we met ome Joop en tante Loes een tourtje Auckland doen met musea en mooie uitzichten. Een lange maar zeer gezellige dag.
Het hart van het centrum hebben wij te voet gedaan. Nadat Joop ons in het centrum had gedumpt voelde wij ons opeens weer toeristen. Wij snelden ons naar de haven waar de boten voor de bekende America’s Cup lagen. Daarna hebben wij de skytower en de All Blacks store in de grote winkelstraat Queenstreet onveilig gemaakt. Terug wilden we met de trein, maar die reed niet vanwege werkzaamheden, dus hebben we ook nog een vleugje wanorde bij de vervangende bussen mogen meemaken. Uiteindelijk moest Loes ons als nog ophalen ergens in de buurt, omdat de bus niet verder reed. ‘S avonds weer lekker met een film op de bank.
Wij waren nog nieuwsgierig naar het vulkanisch gebied op het noord eiland en gingen, in wederom een huurauto van James Blont, op weg naar Rotorua en Taupo. Een gebied dat bekend staat om de vulkanische natuurwonderen. Kokend water en modder, geisers, mineralen en misselijkmakende zwavelstank overal waar je loopt. Hele mooie zwarte zwanen en eenden in het meer van Rotorua en overal kwam stoom uit de grond. Een heel park met prachtige kleurpatronen en kokende massa’s. Even verderop lag Taupo met een karakteristieke vulkaan. De A1 grandprix werd het volgende weekend verreden op het bijgelegen circuit. Dat moesten we even van dichtbij zien. In Zandvoort zijn we twee jaar geleden naar de race geweest, maar nu konden we alleen de voorbereidingen zien. Tot onze verbazing mochten wij overal rondlopen. Alleen de track zelf was offlimits. De pitstraat en boxen kon je gewoon in. Kon het niet laten om even de wc voor coureurs te gebruiken :). Een van de opzichters deed een ronde en zag ons staan, dus wij dachten ohoh, maar hij bood ons aan om een ritje rond de track met hem te maken. In een grote v8, maar hij reed heel rustig helaas. Hij vertelde ondertussen waar de track veranderd en verbeterd was. Die avond ‘thuis’ onze verhalen aan Joop en Loes verteld.
De laatste dagen gezellig met Loes en Alicia naar de mall geweest en de laatste dingen voor de aankomende reis naar Tahiti geregeld.
Het was raar om weg te moeten gaan, want we hadden veel langer kunnen blijven, maar we hadden nog wat mooie avonturen voor de boeg!

woensdag 28 januari 2009

Helemaal bovenop downunder


Wisselen van continent heeft altijd iets speciaals. Ookal is het maar twee punten waard met Risk, voor ons de sleutel om te wereld voor ons te winnen. We hadden in Nederland al een campertje gehuurd en deze stond voor ons klaar toen we aankwamen. Na eindeloze kilometers van alle vormen van openbaarvervoer, ter land, ter zee en in de lucht, zagen wij een ongekende vrijheid voor ons openbaren. Wij hadden expres een zeer bescheiden, maar toereikend model uitgekozen. Niet te groot maar precies op maat. Met een heel klein koelkastje en kraantje en een tweepersoonsbed achterin hadden wij alles om ons in de richting van het onbekende te begeven.
Geen klein detail is het feit dat ze in Australie aan de verkeerde kant van de weg rijden, in elk geval vanuit ons persepctief. Het stuur rechts en de pook links was dan ook even wennen. Na enkele malen de rechterhand flink in het portier te slaan, werd al snel duidelijk dat toch echt alleen aan de linkerkant een pook zat. Voorzichtig te contouren van Cairns ondekt en voor dat we het wisten reden we naar het noorden richting Port Douglas. Ons eindstation was Brisbane, een luttele duizenden kilmeters ten zuiden van cairns, dus wij reden naar het noorden..
In de voorgaande landen hebben we leuke en kleurrijke mensen ontmoet, maar ook veel die met zichzelf en de opdringende westerse verandering worstelen. Je steekt duidelijk als toerist af en dat creert altijd een ongemakkelijke verhouding gebaseerd op een wederzijdse onzekerheid jegens cultuur, normen en finciele ongelijkheid. Daarmee loop je soms op gespannen voet met het sociaal construct. Begrip is vaak niet wederzijds en het is aan ons om die balans weer recht te trekken. Dit hebben wij met liefde maanden lang gedaan, maar in Australie kwamen we iets tegen wat we nog neit eerder hadden meegemaakt. Bekend met het theatrale voordoen van Amerikanen interpreteerden wij de overwelmende vriendelijkheid van iedereen als de westerse manier om het eigen belang te dienen. Ons onbewust op gebouwde cynisme was opeens kraakhelder. Puur noodzakelijk in India, volstrekt overbodig in Australie. Wij hebben tot de eerste grote stad geen onaardig of achterbaks persoon ontmoet. No worries mate! Weerkonk het met gemeende warmte. Niet alleen de mensen, maar ook de publieke voorzieningen waren overal zeer goed en vooral schoon.
Zeer blij verrast en al verrukt door de mogelijkheid vrij rond te bewegen voelden wij ons steeds meer thuis en elke kilometer dichterbij het einde was te veel.
Naast alleen het reizen en het genieten van de cultuur hebben wij uiteraard niet stil gezeten. Boven Cairns kwamen we aan in Port Douglas en dat was heerlijk rustig dorpje met de kleinste boten richting, jawel, het Great Barrier Reef. Het kost een godsvermogen, maar het was het meer dan waard. Een eindeloos grote vlakte met coraal en alle soorten vissen die je maar kan bedenken.
Aangezien we langs de kust naar beneden reden hebben we heel wat strand gezien, maar kon je helaas bijna negens zwemmen. In hun zomer, onze winter, hebben ze stingers en natuurlijk krokodillen. De stingers zijn grote kwallen met dodelijk gif. Ook daar hadden ze wat op bedacht. Elk zichzelf respecterend dorp kwam kompleet met een lagoon. Een kunstmatig aangelegde bak waar ze zeewater in spoten, zodat je toch buiten de zee in de zee kon zwemmen.
Om de paar kilometer was een regenwoud. Elke paar kilometer stond er een geel bord dat je weer op een overstekend dier moest letten. Met bijna geen auto’s op de kleine weggetjes en de enorme natuur is ontzag wel op zijn plaats. Wij zijn ook vaak gaan overnachten in de rainforest, aangezien we overal mogen camperen tenzij het expliciet staat aangegeven dat het niet mag.
In sommige meertjes kon je met de lokale schildpadden zwemmen, maar in de meeste werd het je afgeraden om te zwemmen.
Naast kangaroos en koala’s is het vogelbekdier (platypus) ook bijzonder Australiaans. In het Eugenella national park hebben we vanaf een platform een aantal mogen aanschouwen. Het leukste was de camping waar de kangaroos gewoon rond liepen. Wat zijn dat grote beesten, vooral als ze op hun achterpoten staan! Na wat om ons heen te hebben gegraast deden er twee een bokspartijtje en renden toen weg. Val langs ons, thump thump! Niet om snel te vergeten. Onze beste daad is ontwijfeld het helpen redden van Loggerhead turtles op Mon Repos beach. Dit strand was omgetoverd tot een research center en de schildpadden die hier hun eieren op het strand komen leggen en begraven worden gemonitord en geholpen waar nodig. Wij konden gelukkig zonder reservering in de laatste groep mee. Het is geen garantie dat ze uberhaupt komen en om niet alle turtles te stressen mag er een groep elke 2 turtles. Binnen een paar seconden werd er al een gesignaleerd, maar wij waren de laatste groep, dus de spanning steeg. Maar toen eindelijk: ‘we have got a turtle’ op de radio en wij gingen met een van de researchers het strand op. Een turtle is doof op het land, dus kon hij veel vertellen. Als de eieren zijn gelegd kan niets haar meer verstoren en kon er ook een licht op haar worden geschenen. Prachtig om haar de eieren te zien bedekken. Nadat we haar naar de zee hadden zien lopen, gingen de onderzoekers de eieren tellen en het bleek dat ze te dicht bij de kant lagen en dat zou de overlevingskansen verkleinen. Alle bezoekers van onze groep mochten hun steentje bijdragen om de eieren naar verder in de duinen te verplaatsen. Turtles red je niett elke dag :)
De volgende dag zijn we naar Tin Can Bay gereden, want daar kwamen wilde dolfijnen. Dat hoorden we van de eigenaar van de camping waar de kangaroos rondliepen. Camperend op de parkeerplaats stonden we de volgende ochtend om 7 uur met onze voeten in het water en jahoor, dolfijnen. Ze kwamen helemaal het strand op en je kon ze voeren, maar dat was ons net iets te toeristisch. Toch leuk om ze van zo dichtbij te zien.
Rainbow Beach lag dicht in de buurt, dus die middag in het ongelofelijk fijne zand gelopen. Noosa is een surfplek voor rijke mensen en had niet de charme van de noordelijke kustplekken.
We waren nu al in Brisbane, maar we hadden nog zo duizenden kilometers kunnen reizen. Aangekomen moesten we de bus poetsen, leeghalen en opruimen. Ook de kerstversiering die ons al zwetend af en toe nog een greintje mee gaf van de bittere kou in Holland, we misten de kerstboom!
In Brisbane stond het vliegtuig naar Sydney te wachten. Wij kwamen kerstavond aan in Sydney en gelukkig hadden wij ver van te voren een hotelresevering gemaakt. De man die ons van het vliegtuig naar het hotel reed was helemaal bezorgd, “jullie weten toch wel dat je dubbel moet betalen op kerstavond he”. Op internet een superaanbieding weten te vinden, dus we zaten in het luxe The Menzies. Balzaal van een kamer en het zwembad waren heerlijk. Met kerstdag in Sydney was wel erg raar. In Darling Harbour rond gelopen en daar feestelijk drie gangen gegeten, maar ondanks de vele kerstbomen hadden we niet echt een kerstgevoel. De volgende dagen uitgebreid het operahuis en brug bezocht en weer eens veel geshopt. De laatste dag nog naar Bondi beach, maar dat was nog veel erger dan Zandvoort op een mooie dag, dus we wisten niet hoe snel we weer weg moesten :). De steden hadden ook niet dezelfde gastvrijheid en rust over zich als de steden in het noorden.
We hadden nog wel veel langer in Australie kunnen blijven, maar een weerzien met familie in Nieuw Zeeland was een mooi vooruitzicht en we hadden er zeer veel zin in. Maar Australie we will be back!

Met extra dank aan Anneke die onze internationale paspoorten heeft gehaald en opgestuurd, anders hadden we dit mooie avontuur niet kunnen beleven!

dinsdag 6 januari 2009

Maleisie en Singapore in vogelvlucht


Vanwege de aankomende onrust in Thailand en de doorwoekerende oorlog aan de grens van Maleisie en Thailand hadden we besloten om naar Kuala Lumpur te vliegen vanaf Thailand. Daarmee konden we jammer genoeg niet onze geliefde eilanden in Maleisie aandoen. Bovendien was er nog steeds regenseizoen aan de oostkust.
Maleisie is een mengelmoes van Indiers, Chinezen en wat Thaise en Vietnameze mensen. Met de Lonely onder de arm gingen wij vanaf het vliegveld naar Chinatown. Een grote straat met vier rijen kraampjes en een aantal hotels. Na een lange zoektocht door alle marktkraampjes vonden we een redelijk optrekje in de drukke straat. Na alle eilanden en verlaten stranden moesten we weer even schakelen naar een grote stad. Wij zijn niet vies van een beetje shoppen, dus wij zijn al de vier rijen afgegaan op zoek naar leuke koopjes. De Petronas Twin Towers zijn de pronkstukken van Kuala Lumpur. Na ze uit alle hoeken bekeken te hebben wilden we natuurlijk de skybridge op, maar er zijn maar 1640 kaartjes per dag beschikbaar en er staat een rij vanaf het moment dat de ticketoffice open gaat. Niet aan ons besteed.. Bukit walk was een straat met grote shoppingmalls en leuk om even doorheen te lopen.
We wilde over land richting Singapore reizen. Mallaca is een oude VOC stad en onze volgende stop. Er was niet veel meer van over, maar het “Stadthuys” stond nog fier overeind. In het museum, in de vorm van een oud portugees schip, lazen we alle schofterige dingen die ‘wij’ allemaal hebben uitgevroten. Ons hostel was simpel, maar gezellig. Via gratis wireless internet zelf HSV-AJAX kunnen kijken op internet.
De laatste stop voordat we de grens naar Singapore overgingen was Johor-Bahru. Een onguur stadje, waar alle gelukzoekers zich verzamelen om naar het rijke Singapore over te steken. Via een grote brug is Singapore verbonden aan Maleisie. Het tussenliggende water is streng bewaakt. Toen wij uiteindelijk de brug overgingen hadden we in Johor een paspoortcontrole en bagagecheck, maar niet echt grondig en niemand deed lastig. Aan het eind van de brug werd het duidelijk waarom. Een inmens gebouw staat klaar om iedereen zeer grondig te onderzoeken en checken. In Singapore is het verboden iets op de grond te gooien en er staan duizende dollars en celstraf op je te wachten. Het was dan ook erg schoon en goed geregeld. Zoals gewoonlijk gingen wij rechtstreeks naar chinatown waar het meestal het goedkoopst vertoeven is. Dit keer bleek dit niet de juiste keuze, want alles was gerenoveerd en volgestopt met dure hotels, dit keer was little india de enige plek met betaalbare accomodaties. Alle blanken hadden zich daar verzameld en vooral in het hostel waar wij wilden verblijven. De eerste twee avonden waren bomvol, maar daarna kregen wij een klein zaaltje voor ons alleen. Voor he eerst met een dvd speler, zodat wij onze dvd’s konden afspelen. In Vietnam hadden wij voor 50 euro cent een aantal gekopieerde dvd gekocht van films die nog niet uit zijn. Leuk na een lange dag rondbanjeren. Singapore had veel overeenkomsten met Hong Kong en niet in de minste mate de shoppingmalls. Orchard road was zelfs een hele lange straat met alleen maar winkels en malls. Totaal gehuld in kerstversiering net als alle shoppingmalls. Er was zelfs een gratis tour voor toeristen langs alle kerstversiering.
Een groot deel van het eiland Singapore is onaangetast regenwoud. Wij trokken dus onze wandelschoenen aan en bijna 13 kilometer later kwamen wij er weer uit, prachtig. Op de laatste dag hebben we het strand Sentosa bezocht wat net leek op een pretpark. In de avond vlogen we naar Australie en wij keken daar, achteraf met reden, enorm naar uit...